Wieke Zwerver
Ze is 19 jaar, Wieke Zwerver uit het Friese Lippenhuizen. Afgelopen donderdag maakte zij als leerlingpikeur haar internationale debuut op de baan van Gelsenkirchen. Met de grote outsider Manolito Petnic werd een knappe vierde plaats behaald. Wieke liet in haar eerste optreden grote namen als Michael Nimczyk, Robbin Bot en ook haar ‘werkgever’ Jeroen Offeringa achter zich. Die laatste kan daar overigens prima mee leven, want hij is enorm blij dat Wieke op zijn bedrijf is aan komen waaien.
“Jonge mensen met zo’n goede instelling zijn bijna niet te vinden. Daar moet je gewoon tegenaan lopen. Wieke is goud waard voor mijn stal. Ze is besmet met het paardenvirus. Het gaat zelfs zo ver dat ik haar af en toe moet verplichten om vrij te nemen. Het is echt een toppertje, dus verdient ze het ook om in de koers te mogen rijden. Gelukkig heeft ze er feeling voor. Ze brengt echt rust over op de paarden.”
Johan en Klarien
We gaan in gesprek met Wieke en als eerste zijn we natuurlijk nieuwsgierig hoe ze zo bij Jeroen terecht is gekomen.
“Mijn ouders zijn bevriend met Klarien en Johan de Boer, de eigenaren van het draverscomplex in Ureterp waar Jeroen zijn stal heeft. Toen ze daar op een feestje waren zagen ze hem druk in de weer zijn met de paarden. Ik had mijn ouders destijds laten weten dat ik naast mijn school graag weer iets met paarden wilde doen. Ze zijn toen gewoon op Jeroen afgestapt met de vraag of hij wellicht iemand kon gebruiken. Daar hoefde hij niet over na te denken, zijn antwoord was ‘ja graag’ en ik ben er, inmiddels drie jaar verder, nog steeds. Zijn manier van werken stond mij gelijk aan en ik mocht al heel snel paarden uitrijden. Geloof me, als je dat één keer gedaan hebt, dan ben je meteen verkocht! Maar het mooie complex en de goede sfeer op stal is ook heel erg fijn. Alles gaat in goede harmonie, ook met de andere trainers die hier actief zijn.”
Wieke en Jeroen op de drafbaan in Wolvega
Favorietjes
Op de vraag welk paard bij Wieke een streepje voor heeft volgt een diplomatiek antwoord.
“Om heel eerlijk te zijn hebben we alleen maar lieve paarden op stal, dus het is voor mij niet makkelijk om er eentje te noemen. Manolito staat hoog op mijn lijstje, omdat ik met hem mijn debuut heb gemaakt in een officiële race en bovendien train ik hem thuis ook bijna altijd zelf. Maar ik moet ook zeker Hell Cat noemen, hij is zo ongelooflijk lief en de grote merrie Nacea of Jarah Norg en Narnia Renka. Het zijn er eigenlijk gewoon teveel om op te noemen.”
Nederlands debuut
Maandag zal Wieke geduld moeten hebben tot de tiende en laatste koers van de drafmarathon in de Alkmaar ZEturf Arena, maar dan debuteert ze rond de klok van half zes ook op Nederlandse bodem. Ze doet dat met Lou Diamond, weer een outsider, maar de statistieken wijzen uit dat Jeroen Offeringa enorm hoog scoort als hij met een paard naar Alkmaar komt. Zit er wellicht een stunt aan te komen?
“Lou kan goed beginnen en zal waarschijnlijk voorin komen te liggen. Het is eigenlijk wel de bedoeling dat hij daar ook eindigt.”
En hoe zit het met de druk?
“Ik zou liegen als ik zeg dat ik niet zenuwachtig ben, maar ik heb toch echt wel de smaak te pakken en dat prettige gevoel overheerst gelukkig.”
De Toekomst
Momenteel leeft Wieke haar droom bij Jeroen op stal, maar daarvoor heeft ze wel een tussenjaar moeten nemen. Lange dagen op stal maken en mee naar de koers gaan valt namelijk lastig te combineren met een studie. Momenteel denkt ze goed na over haar toekomst.
“Het lijkt mij sowieso verstandig om een carrière op te bouwen naast de dravers, maar ik weet nu al dat ik de drafsport nooit de rug toe zal keren. Ik ben mij momenteel aan het oriënteren wat ik precies wil gaan doen. Ik denk wel iets met paarden, paardentandarts of misschien wel dierenarts. Ik ga binnenkort her en der wat meelopen om te zien wat het beste bij mij past, maar voorlopig geniet ik van de dravers en kijk ik er met spanning naar uit hoe onze paarden het gaan doen deze zomer.”Â
Wieke met Lou Diamond in Ureterp
Bekijk hier haar eerste rit van afgelopen donderdag in het Duitse Gelsenkirchen met Manolito Petnic.
